’s Lands Zeemagazijn is de naam van het opvallende monument waar Het Scheepvaartmuseum sinds 1972 in gevestigd is. Het vierkante, robuuste pand is door middel van 1000 palen midden op het water gebouwd naar een ontwerp van stadsbouwmeester Daniël Stalpaert. Toen in 1602 de Verenigde Oost-Indische Compagnie werd opgericht en ook de handel met omliggende landen groeide, groeide ook de vraag naar capaciteit in de scheepsbouw. In 1650 laat het stadsbestuur drie eilanden aanleggen om scheepswerven en pakhuizen te bouwen. Op het eiland Kattenburg start in 1655 de bouw van ’s Lands Zeemagazijn voor de opslag van goederen van de Amsterdamse Admiraliteit. Michiel de Ruyter, de van oorsprong Zeeuwse zeevaarder, kwam naar Amsterdam. Hij nam zijn intrek in een woning aan de tegenwoordige Prins Hendrik Kade en keek vanuit zijn huis toe op de bouw van ’s Lands Zeemagazijn. Hij hield alles nauwlettend in de gaten en na negen maanden noeste arbeid was het pand gereed.
De Admiraliteit was de toenmalige marine en was in het leven geroepen om de grote Nederlandse handelsvloot te beschermen. Naast kanonnen, zeilen en scheepsuitrusting werd er ook water opgeslagen. Onder de open binnenplaats lagen tonnen waar zo’n 40.000 liter regenwater in kon worden opvangen, zodat schepen van drinkwater voorzien konden worden voordat ze aan hun tochten begonnen. Ook werd er rond het gebouw onderhoud gepleegd aan de schepen. Dit plaatje zie je vaak terugkomen op werken van schilders uit de zeventiende eeuw. Het pand, de reuring van de scheepswerven en de prachtige oude schepen was een veel gekozen onderwerp. Reinier Nooms, beter bekend onder zijn bijnaam ‘Zeeman’ schilderde het pand in 1664 met een flinke vloot schepen voor de zuidzijde. Er werd gewerkt aan de vloot. Het symboliseert de bedrijvigheid van de branche en het ondernemerschap dat kenmerkend is voor Amsterdam. ’s Lands Zeemagazijn was in de Gouden Eeuw het centrum van de zeevaart en zou nog lange tijd een prominente rol blijven vervullen in de jaren die volgden. De oorlogen met Engeland werden heftiger en ook de oorlogsvloot groeide.
Het pand is in de periode van 2007 tot 2011 onderworpen aan een intensieve renovatie, waarbij een uniek en veel gefotografeerd object werd geplaatst: het glazen dak boven het Open Pleyn. De overkapping heeft een bijzonder lijnenwerk en is geïnspireerd op oude zeekaarten.Deze lijnen waren voor schippers niet functioneel, maar het is wel gebaseerd op daadwerkelijke kompasrozen, lijnen en koersen. In de overkapping, waar bezoekers vaak langdurig naar omhoog turen, is dit geometrisch spel overgenomen. Zo is het pand bijna vierhonderd jaar later nog steeds een icoon voor de tijd van weleer, van zeevaarders én de enige juiste plek voor Het Scheepvaartmuseum.
Het Scheepvaartmuseum is een partner van Dutch Cuisine en zowel het museum als Dutch Cuisine delen een lange historie in de voedselhandel. Samen zetten we als vertegenwoordigers van ons culinair en historisch erfgoed, het verhaal van onze Nederlandse eetcultuur op de kaart zetten vanuit andere invalshoeken waardoor we complementair zijn aan elkaar. We leggen de verbinding van toen naar nu. De issues van heden en verleden worden aan de orde gesteld via de verhalen van de change agentsuit de Gouden Eeuw – de ontdekkers van nieuwe wereld – en de change agents van nu: de chefs van Dutch Cuisine die groenten in de hoofdrol plaatsen.